De transformatie

Historisch Perspectief

Apotheker is in Nederland een wettelijk beschermde titel. Als apotheker heb je verstand van medicijnen. Een belangrijk vak waarin je voor mensenlevens een groot verschil kunt maken. Bedacht na de mislukte poging keizer Frederik II (1194-1250) te vergiftigen, uitgevoerd door nota bene zijn lijfarts. Het inzicht dat degene die medicijnen voorschrijft iemand anders moet zijn dan degene die deze maakt of verstrekt, is de basis voor ons als apotheker. Eerder bestond in de klassieke oudheid al een soort apotheker, met het verschil dat de producten in die tijd aan artsen werden verkocht in plaats van aan patiënten. Tot eind vorige eeuw doen apothekers zelf diagnostisch onderzoek (zoals urineonderzoek) en worden de meeste medicijnen in de eigen apotheek bereid. Met de opkomst van de farmaceutische industrie worden steeds meer merkgeneesmiddelen voorgeschreven. Sinds het begin van de eenentwintigste eeuw ontstaat een tegenbeweging van apothekers die zelf geneesmiddelen bereiden om een goedkoper alternatief te bieden. Deze opleving van in-huis productie biedt mogelijkheden voor individueel maatwerk (personalised medicine). ‘De apotheker’ is volop in beweging en moet zichzelf van tijd tot tijd opnieuw uitvinden om zoveel mogelijk waarde te creëren voor patiënten, professionals en de maatschappij.

De natuurlijke medicatiebewaker

Als apotheker zijn wij verantwoordelijk voor de veiligheid van de medicatie die wij verstrekken en zijn wij expert op het gebied van dosering, contra-indicaties en interacties. Dat is onze core business. Wij zijn verantwoordelijk voor de medicijnen die wij verstrekken, ook als het recept niet klopt. Wij adviseren de patiënt over juist medicijngebruik. Rekening houdend met de leeftijd, het geslacht, en andere relevante patiëntkenmerken, zoals eventuele allergieën, aandoeningen, zwangerschap of borstvoeding. Naast medicijndeskundige zijn wij ook deskundig op het gebied van het verwerken van relevante patiëntinformatie. Zowel medisch-technische informatie zoals uitslagen van laboratoriumonderzoek, als ook gedragsinformatie zoals therapietrouw; alle informatie die relevant is voor succesvol en veilig medicijngebruik. Tot zover niks nieuws.

Toenemende informatiecomplexiteit

Wij constateren dat de zorg voor zowel patiënt als professionals steeds ingewikkelder wordt. De Nederlandse bevolking vergrijst en ouderdom komt met gebreken. Oudere patiënten hebben meer co-morbiditeit en hun gezondheidszorg versplintert daarmee over meerdere disciplines. Met verschillende specialisten die primair de kwaal in hun eigen aandachtsgebied behandelen. En als gevolg een stapeling van medicijnen die allemaal inwerken op dezelfde argeloze patiënt, met alle risico’s van dien.

Naast ouder wordende patiënten, zien wij steeds meer diverse patiënten. En hoewel wij alle verschillen in de basis respecteren en iedereen in hun waarde laten, zijn er vanuit ons vak ook uitdagingen. Patiënten zijn genetisch, sociaal-cultureel, in opleidingsniveau en overtuigingen veel uiteenlopender dan ‘vroeger’. Allemaal variaties die invloed kunnen hebben op de manier waarop zij benaderd willen worden en uitleg willen krijgen. Maar ook op hun houding ten opzichte van geneesmiddelengebruik en therapietrouw. En alles bij elkaar op de effectiviteit van de voorgeschreven medicatie zelf, dus waar wij rekening mee willen houden.

Bij de professionals zien wij steeds meer specialistische behandelmogelijkheden, en bijbehorende uitbreidende medicijntoepassingen. Met als gevolg op alle fronten een groeiende behoefte aan (het delen van) informatie en maatwerk in beoordeling, uitleg en voorlichting. Alles bij elkaar roept de groeiende gezondheids-informatiecomplexiteit om een overkoepelend ICT-landschap dat dit allemaal mogelijk maakt. Zodat niet alleen de zorg-professional, maar zeker ook de patiënt zelf, te allen tijde inzicht heeft en overzicht houdt.

Gewicht in de schaal bij het balanceren van informatie

Als medicijnspecialist zijn wij bij uitstek de vraagbaak voor patiënt en professional die relevante informatie verstrekt. Nu wordt het spannend. Dit is een rol, die met de groeiende informatie-asymmetrie tussen professionals en de patiënt in belang toeneemt. Er is immers steeds meer medische informatie openbaar, die voor de patiënt moeilijk te interpreteren is of te overzien. Tegelijkertijd wordt in het zorgnetwerk op allerlei plaatsen relevante patiëntinformatie gegenereerd, waar de professional maar deels zicht op heeft. Wij zijn in de positie om al deze informatie met veilige ICT-processen en -systemen te verzamelen, te interpreteren en zorgvuldig te delen. Wij signaleren en vullen leemtes in. Bijvoorbeeld wanneer verbruik niet volgens voorschrift verloopt en de redenen die een patiënt hiervoor heeft. Dit is essentiële informatie om uit te spitten, te registreren en met veilige ICT te delen.

Nieuwe tijden – nieuwe mogelijkheden

Om veilig en verantwoord geneesmiddelen te vertrekken en zorg te verlenen, hebben wij inzicht nodig in allerlei persoonsgebonden informatie. Zoals alle voorgeschreven geneesmiddelen, lab uitslagen, contra-indicaties, overgevoeligheden, het daadwerkelijk innamepatroon en eventuele zelfhulpmiddelen. Maar ook patiëntvariabelen, zoals genetische aanleg, leeftijd, gewicht, dieetrestricties, persoonlijke voorkeuren etc. Alles wat mogelijk invloed heeft op de werkzaamheid van voorgeschreven medicijnen of de effectiviteit van de (geautomatiseerde) signaleringsfunctie kan verbeteren. Deze gegevens willen wij waar relevant delen met zorgverleners in het zorgnetwerk rondom de patiënt, en zo ook het intercollegiaal overleg faciliteren. Hiervoor is een persoonsgebonden gezondheidsomgeving (PGO) nodig; een betrouwbare, complete basisregistratie van alle medicijn gerelateerde informatie op patiëntniveau.

Veiligere, betere zorg met sluitende informatieoverdracht

Met een sluitende informatieoverdracht van medicatiegegevens en lab-uitslagen en het implementeren van de PGO, zetten we een belangrijke stap in het verminderen van ‘vermijdbare schade’. Er belanden nu nog dagelijks 179 mensen in het ziekenhuis als gevolg van problemen door medicijngebruik. Door op een goede manier medicijninformatie te delen kan dit dagelijks in tenminste 75 gevallen worden voorkomen. [1]

Ook dragen we met een sluitende informatieoverdracht bij aan de mogelijkheid medicijnen veel fijnmaziger voor te schrijven en te doseren. Dit is in lijn met de trend dat er steeds meer behoefte zal zijn aan maatwerkmedicijnen (personalised medicine); toegesneden op individuele variabelen, zoals gentherapie. Hier kunnen wij als apotheker een rol in spelen. Er bestaan inmiddels allerlei ICT-technologieën om kennis op te slaan en te delen en in de toekomst kunstmatige intelligentie om te signaleren en te diagnosticeren. Met het toepassen van deze technologieën benutten we optimaal de huidige mogelijkheden om patientveiligheid en behandeleffectiviteit te borgen.

Alleen samen kunnen we patiëntveiligheid verbeteren

Om in de praktijk de patiëntveiligheid en het gebruiksgemak naar het niveau te tillen zoals in theorie al kan, bundelen we de krachten met alle betrokken partijen. Door collectief de geneesmiddelen-basisadministratie en informatie-uitwisseling op orde te brengen; compleet, betrouwbaar, actueel. Hiermee anticiperen we op de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg die uiterlijk in 2026 van kracht wordt. Maar ook door als apotheker onze rol verder uit te bouwen als dé medicijn-autoriteit in het samenspel tussen professional en patiënt. Zo voorkomen we verstrekking van verkeerde doseringen, vermijdbare interacties of toediening van geneesmiddelen waar een patiënt allergisch voor is, met alle vermijdbare schade van dien. Naast het voorkomen van fouten, kunnen we door fijnmaziger data-analyse ook onze bijdrage leveren aan het verder brengen van maatwerk.

Samen de strijd aanbinden

De komende tijd maken we ons er als collectief hard voor om onze ICT-systemen aan te passen volgens de Richtlijn Overdracht van medicatiegegevens in de keten, zodat we klaar zijn voor de volgende stap van informatie-uitwisseling. Met elkaar gaan we vermijdbare schade voorkomen door tijdige en volledige informatieoverdracht. 

Als apotheker moeten wij aan de slag. Van onze ICT-leveranciers vragen wij bereidheid met ons op pad te gaan zonder dat de uitkomst op voorhand volledig uitgekristalliseerd is. En onze zorgpartners en patiënten willen we voorbereiden op de zich vormende verbeterde versie van onszelf. Zodat we uiteindelijk allemaal geholpen zijn met de uitkomst van ons gezamenlijke programma. VIPP Farmacie – daar wordt iedereen beter van!

[1] Hospital Admissions Related to Medicines (HARM) – 2006